Soms maak je dingen mee in je leven die zo verassend anders en leuker zijn dan je had verwacht. Voor mij was dat de trip naar Tolikara. Ira, een lokale vrouw uit Tolikara, had mensen van de kliniek uitgenodigd om met haar mee te gaan naar Tolikara. De reden was dat ze mensen nodig heeft om met haar mee te denken en advies te geven. Ik wilde al heel graag een keertje naar dit gebied toe en Justine (hoofdverpleegkundige en vriendin) wilde wel mee.
Ira is ongeveer een jaar geleden begonnen met de stichting “wa shalom”. Ze is geinspireerd door wat een lokale organisatie doet in een ander gebied en heet het verlangen om iets voor haar volk te mogen betekenen. Ze wil de kerken meekrijgen en investeert veel in het leggen van relaties en het uitleggen van haar visie “door de mensen, voor de mensen”.
Maandagochtend vertrokken we naar Karubaga (stad in Tolikara) met de Strada, een soort jeep. We moesten een paar uur wachten totdat er genoeg passagiers waren om te mogen vertrekken. De weg naar Karubaga is ongeveer 4 uur rijden. Het is een weg door en over de bergen heen. Soms is de weg best goed en soms ongelooflijk slecht. Af en toe stopten we omdat de accu los schoot, maar we waren er sneller dan ik had gedacht. Toen we aankwamen in Karubaga was het al later dan gepland en waren de kliniek en het ziekenhuis dat we wilden bezoeken al dicht. We reisen gelijk verder naar Biuk achterop de motor. Biuk ligt midden tussen de bergen in, dus we moesten omhoog met de motor en dan verder met slingerweggetjes de bergen in. Eerst vond ik het wat eng, maar al snel genoot ik ervan met volle teugen. Wat is het daar mooi! Na een half uurtje kwamen we aan. Een prachtige plek aan de zijkant van een berg. Het bleek de ontmoetingsplek te zijn van alle GIDI kerken in Biuk. Het was Maandag en precies de dag dat de klassis van de kerken bijelkaar kwamen. Ik vond het indrukwekkend dat toen we aankwamen ze al op ons zaten te wachten buiten. Ira legde uit dat we ze eerst gingen begroeten, wa wa wa wa. Ik keek af wat Ira en Justine deden en was geraakt door de manier ik werd welkom geheten. Als groet pak je elkaar bij de onderarmen en drukt elkaar van boven naar beneden en weer terug in de armen. Je zegt wa wa wa en klikt dan met de knokkels van je vingers tegen elkaar aan. We gingen op de grond zitten en stelden ons voor. Alles wat ik zei werd vertaald in Lani. Justine legde uit dat we niet kwamen om een oplossing te brengen, wel om aan te moedigen en om mee te denken. Het is belangrijk, zei ze, dat de kerk zelf verantwoordelijk is. Ira was erg onder de indruk dat ze het gebouw voor de kliniek al hadden afgemaakt.
Trots lieten ze ons later het gebouw zien en werd er gepraat over plannen voor de toekomst. De kerk richt zich nu eerst op de gezondheidszorg, want er is grote zorg over de toestand van veel mensen in de dorpen. Ik werd diep geraakt door de bewogenheid van deze mannen voor hun eigen mensen. Het plan voor deze kliniek is dat er gestart gaat worden met simpele zorgverlening door 5 kadermensen*. We hebben een tijd met de mannen gepraat en naar Ira geluisterd. Daarna werden we geroepen om te eten in de hunai (een prachtige grote honai dat dient als kantoor voor de Classis). Daarna hebben we nog een tijd buiten gezeten en gekletst. Toen het donker werd zijn we in de honai(woonhut) gaan zitten en bij het vuur. Er waren bedden voor ons klaar gelegd en ik ben vroeg gaan slapen. Van te voren had ik er zo tegen op gekeken en nu lag ik zo heerlijk warm op mijn matrasje te luisteren naar alle stemmen en geluiden. Ik heb heerlijk geslapen en werd op een gegeven moment wakker van luid gepraat in Lani en zag Justine en Ira zitten eten met alle mensen in de honai. Ik voelde me te moe om te gaan zitten en ben heerlijk weer gaan slapen. Later hoorde ik dat ze later op de avond varkensvlees hadden gebracht als welkom. ’s Morgens werd ik gewekt door gezellige geluiden en de warmte van het vuur. Moest even wennen aan de rook. Er was nog varkensvlees over en dat werd weer opgewarmd voor ons. De eerste keer dat ik heb ontbeten met varkensvlees en rijst. Ira legde me uit dat in haar cultuur je pas echt welkom voelt als er een paar varkens worden geslacht voor je. Nu voelde ik me nog meer welkom!! Ik kon goed in het Indonesisch spreken met Ira en Justine, maar met de anderen had ik een vertaler nodig. Dit was enorm goed voor mij om mee te maken. Als je de lokale stamtaal niet hebt is het erg moeilijk om de mensen te begrijpen en zit er toch een afstand tussen. Gebruik maken van lokale mensen is cruciaal als je zorg wil verlenen.
Na het ontbijt moesten we haasten want de mannen met motoren stonden al boven op ons te wachten. Het was even een klim naar boven, maar de beloning was een prachtig uitzicht. Wat had ik genoten in Biuk en was ik vol van indrukken.
Na een prachtige rit van 2 uur achterop de motor kwamen we aan in Panaga. Ik genoot zo van het uitzicht op de bergen. We reden op de bergpassen over de bergen. Af en toe stopten we en legde Ira mij uit in welk gebied we waren of hoe de weg heette. Op een gegeven moment waren we op de weg “adu Mama”en konden we aan de andere kant (van de ene berg naar de andere) Panaga zien liggen. Het greep me allemaal zo aan, ik genoot zo en was gewoon zo onder de indruk waar de Heere mij bracht. Het gevoel alles los te kunnen laten en gewoon laten komen wat er voor me lag.
In Panaga is een guesthouse waar we verbleven. In datzelfde huis hadden de dominees hun klassisvergadering die dag. Rond een uur of drie werden we uitgenodigd bij die vergadering, zodat Ira kon delen over haar plannen. Justine en ik stelden ons voor en we legde uit waarom we in Panaga waren. Ik wilde vooral naar de mannen luisteren en hen aanmoedigen. Weer was ik onder de indruk van de bewogenheid van de mannen en de drang om iets te doen aan hun situatie. Ze zijn erg bezorgd over de hoeveelheid van sterfgevallen en ziektes. Voelen zich aan hun lot overgelaten door de overheid. Tijdens het gesprek kwam ik er achter dat een meneer geen pendeta is, maar dat hij kader is en vroeger nog is opgeleid door “missie”. Later kwam zijn vrouw er ook bij en legden zij uit dat werken als kader voor de overheid en ondanks er niemand is die in de Puskesmas werkt, zij die nog enigszins openhouden voor zieke mensen die langs komen. Zij hebben toegang tot medicijnen en bezoeken ook mensen in de kampung. Weer was ik onder de indruk hoe de Heere bezig is in mensen en ze motiveert om voor Hem te werken zelfs als niemand ze opmerkt.
Toen de vergadering afgelopen was zijn we met de 2 kadermensen gebracht naar de Puskesmas.
Een prachtig gebouw, met vele kamers en mogelijkheden om patienten te behandelen. Het echtpaar heeft een sleutel van het gebouw en gebruikt het gebouw om de medicijnen te gebruiken. Ze vertelden dat de het hoofd van de Dinas (hoofd van de plaatselijke gezondheidszorg)1 maal per drie maanden komt (of minder) om de rapportage te doen en om medicatie te brengen. Eerst kregen we de indruk dat er bijna geen medicijnen zijn, maar toen we binnen in het gebouw keken zagen we een kamer vol medicijnen, goede medicijnen. Na verder praten gaf het echtpaar aan niet te weten wat te doen met al die medicatie, hun kennis stamt af van jaren geleden.
Ik ben diep geraakt door dit echtpaar, dat nog steeds trouw aan het werk is ondanks de zware omstandigheden. Ze wonen naast de Puskesmas(Kliniek) en dat houdt in dat ze ook dag en nacht klaar moeten staan voor zieke mensen. Nadat we afscheid van hen hadden genomen gingen we terug naar het guesthouse. We gingen er vroeg in en werden s’morgen wakker geschud door een aardbeving. Na ontbijt gingen we weer achter op de motoren terug naar Karubaga en vandaar weer terug met een Strada, die halverwege de reis een wiel verloor! Gelukkig konden we later achterop een andere auto verder rijden en kwamen we weer veilig aan in Wamena.
Wat een indrukken heb ik opgedaan, wat is er veel om over na te denken en door te praten met de mensen hier. Gemakkelijke oplossingen zijn er niet, maar ik heb mogen zien hoe de Heere lokale mensen aanzet om stappen te zetten en we vertrouwen dat Hij Zijn werk zal afmaken.Maar wat ben ik er vol van! Wat ben ik opnieuw geinspireerd met wat de Heere aan het doen is hier in Papua en diep geraakt door mijn broers en zussen in deze wereld.
“Heer laat niet varen het werk van Uw handen”.