donderdag 26 december 2013

Vervolg van de nieuwsbrief....



Géke en Alie op reis naar Papua.




Begin oktober brachten Géke van der Burgh en ik (Alie Dijkstra) vanuit de thuisfrontcommissie een bezoek aan Marcel en Mintje en hun kinderen. We kregen de kans om kennis te maken met de wereld waarin zij wonen en werken. Hieronder leest u wat wij zoal hebben meegemaakt en gezien van hun leven op Papua.
De eerste dagen van ons bezoek verbleven we met Mintje in een guesthouse in Sentani, de plaats waar Leon en Anouk wonen. We maakten kennis met de cultuur (verwarrend!), het verkeer (zonder verkeersborden!), de huizen (met golfplaten daken!), de insecten (groot!) en de temperatuur (heet!). Het was een hele omschakeling voor ons, rasechte Hollanders…. We bezochten Leon en Anoek op hun dorm (Amerikaanse school). Het was goed om te zien dat zij hun plekje daar helemaal hebben gevonden en het er prima naar de zin hebben met hun vrienden en vriendinnen.
Een paar dagen later vlogen we met een klein vliegtuigje van de MAF naar Wamena. Dit vliegtuig vloog zo laag, dat we de bergen, het oerwoud en zelfs de dorpjes in het oerwoud  konden zien!
We logeerden bij Marcel, Mintje, Thomas, Stefan en Naomi. Het was heel bijzonder dat we zoveel tijd met hen mochten doormaken en lekker konden bijpraten. Marcel en Mintje wonen in een heel eenvoudig huis, midden tussen de lokale bevolking. Ze hebben geen hekken om hun huis en hun enige bewaking bestaat uit hun trouwe hond “Odi.” Een groot voordeel hiervan is dat de drempel om contacten te leggen, met de lokale bevolking, heel laag is.

Voetbaltraining
Elke zaterdag geeft Marcel voetbaltraining aan een groep jonge Papua’s uit een traditioneel dorp.
Ik mocht met Marcel en Thomas mee om dit met eigen ogen te kunnen zien. We gingen met de auto. Onderweg fungeerden twee planken over een rivier als brug…… Ik kneep mijn ogen dicht, gelukkig hield Marcel ze open.  Na zo’n 20 minuten stopte Marcel de auto en zei: “vanaf hier lopen we verder.” Gewapend met een net met voetballen begonnen we aan de wandeling. De route voerde door twee ondiepe riviertjes. Al gauw zag ik “het voetbalveld.” Een door Marcel en de jongeren van het dorp ontgonnen stuk grond midden in de wildernis. De eerste jongeren uit het dorp kwamen al aanlopen. Marcel praat en voetbalt met deze jongeren. Hij bidt met hen en leert hen “lifeskills” (levenslessen zoals eerlijkheid, betrouwbaarheid, etc.) Heel bijzonder, temeer omdat het dorp waarin deze jongeren wonen, geïslamitiseerd is.
Na een poosje had ik het wel gezien en begin ik de omgeving wat te verkennen. Ik besloot een slingerend paadje te volgen en merkte na zo’n 5 minuten dat ik dichterbij het dorp kwam. Nieuwsgierig liep ik verder. Eigenlijk zou ik dolgraag een kijkje in dat dorp nemen! Het leek wel of ze vlees aan het klaarmaken waren. Ik durfde niet zo goed dichterbij te komen en dacht bij mezelf: “Straks komt Marcel mij zoeken en dan vindt hij Alie aan het spit.” Toch won mijn nieuwsgierigheid het van mijn angst. Telkens zette ik een klein stapje dichterbij en lette goed op de gezichten van de mannen uit het dorp. Zolang ze vriendelijk keken, waagde ik telkens een stapje dichterbij. Plotseling begon één van de mannen mij te wenken. Há, nu heb ik vast hun goedkeuring, dacht ik en liep vrijmoedig naar deze mensen toe. Ik maakte wat foto’s van de Papua’s en hun “hunai” (soort hut/woning).  Ik lachte en knikte maar wat. Af en toe wees ik naar mezelf en zei: “Pak Marcel” om ze vooral duidelijk te maken dat ik bij Marcel hoorde en dat ik dus “goed volk” was. De stemming was redelijk opgewekt, maar je kunt tenslotte nooit weten…..  Na een poosje maakte ik aanstalten om terug te gaan. Maar het dorpshoofd stuurde iemand met mij mee! Bij Marcel aangekomen werd mij duidelijk waarom. We werden uitgenodigd voor een “Baker Batu.” Een traditioneel verjaardagsfeest van een jongen die 14 jaar is geworden en daarmee dus volwassen. Marcel zei dat ik met mijn neus in de boter viel, want scheen erg bijzonder te zijn. Nou, die boter was op het feest helaas ver te zoeken, maar gaar gerookte varkens, de ingewanden op een hoopje ernaast, waren er des temeer! Ik besloot maar een beetje bij Marcel in de buurt te blijven, maar toen ik achter hem aan wilde lopen, de Hunai in, werd ik door het dorpshoofd tegengehouden.  Hij wees mij mijn plaats: bij de vrouwen. Tja, dat had ik natuurlijk kunnen weten. Bij een groepje vrouwen “genoot” ik van de maaltijd. Stukken varken, met alles (huid en haar) er nog aan, bladeren van de aardappelplant en als speciale gast bood men mij zelfs nog een grote zoete aardappel aan!
Mijn inwijding in het leven als Papua was hiermee een feit.





De Kliniek
Op een ochtend gingen we met Mintje mee naar de kliniek. Buiten zagen we banken met veel geduldig wachtende patiënten. Mintje gaf ons een rondleiding door de kliniek. Het personeel, allemaal lokale Papua’s, begroette ons vriendelijk. We zagen de verschillende ruimtes. De apotheek, waar alle medicijnen keurig geordend in stellingen liggen, het lab waar bloed wordt afgenomen en onderzocht, de behandelkamers en de spreekkamers. Daarna werd het tijd voor Mintje om aan de slag te gaan. Mintje werkt twee ochtenden in de week mee op de kliniek. Ze ziet de patiënten, vraagt hen naar hun klachten en biedt een luisterend oor. Met de patiënten overlegt ze over de te nemen vervolgstappen. (Bloedtesten, onderzoeken, etc.)  Alles wordt nauwkeurig gedocumenteerd.
Op de kliniek gaat elke patiënt  naar een “geestelijke verzorger.’’ Hij praat met de patiënten en bidt t met hen. Wij zijn onder de indruk van de liefde en moed van de medewerkers op de kliniek. Elke dag krijgen ze zoveel leed onder ogen en zij blijven trouw voor deze mensen zorgen en met Gods liefde aan hen uitdelen.!
De manier waarop Marcel en Mintje in deze kliniek werken is nieuw. Van vroeger uit is men gewend dat  “de blanke” de leider/ directeur is en de Papua’s hen volgen. Tegenwoordig ziet men steeds vaker dat deze manier niet optimaal werkt. Nadat de “blanken” vertrokken zijn, zie je vaak dat het project stil komt te liggen. De kunst is dus om de lokale Papua’s de leiding te laten nemen, hen verantwoordelijk te maken en zelf een dienende houding aan te nemen. Dit is ook de manier waarop Marcel en Mintje proberen te werken.  De dagelijkse leiding op de kliniek is in handen van “Pak Man,” een Papua directeur. Tijdens ons bezoek aan de kliniek zagen we zelfs dat Marcel door een Papua werd “weggestuurd” om bij een distributiecentrum medicijnen te halen. Dit is echt uniek. Een Papua, die een blanke een opdracht geeft! Dat deze manier van werken heel bijzonder is, blijkt ook uit de (inter)nationale belangstelling van diverse organisaties en zelfs van de Indonesische regering. Zij komen helemaal naar Papua om te kijken wat er in deze kliniek gebeurt!


Straatkinderen
Marcel nam ons ook mee naar een aantal huizen waar straatkinderen worden opgevangen door locale Papua’s . Het aantal straatkinderen in Wamena is erg groot en neemt in aantal toe. De overheid doet hier niets aan. Een aantal  moedige Papua’s zet zich voor deze kinderen in. Zij geven hun eigen belangen op, om zich met hart en ziel voor deze kinderen in te kunnen zetten. Heel bijzonder om dit te zien. Woorden schieten hiervoor tekort. Marcel  en Mintje mogen ook deze  bijzondere Papua’s  met raad en daad ondersteunen, hen stimuleren en met hen bidden.


Andere zendingswerkers
Tijdens ons verblijf in Wamena ontmoetten we diverse zendelingen die allemaal in en rondom Wamena wonen en werken. Een aantal van hen maakt deel uit van dezelfde lokale zendingsorganisatie als waar Marcel en Mintje ook onder vallen (World Team).  We spraken uitgebreid met hen en zij lieten ons weten erg veel steun Marcel en Mintje te hebben. Hun enthousiasme, doorzettingsvermogen, manier van werken en omgaan met de lokale bevolking blijkt een hele bemoediging en een inspirerend voorbeeld voor hen te zijn. Zij drukten ons meerdere malen op het hart, dit vooral door te geven naar onze achterban. “Zeg hen alsjeblieft dat wij Marcel en Mintje hier zo nodig hebben!”


Terug naar Nederland
Met ons hoofd vol van alle indrukken, keerden we weer terug naar Nederland. We zijn dankbaar dat we deze reis mochten maken. Marcel en Mintje: Ontzettend bedankt voor jullie gastvrijheid, jullie openheid en de tijd die jullie namen om met ons op te trekken! Wij mochten zien dat de liefde van onze Heer door jullie heen werkt en de Papua bevolking bereikt!




vrijdag 27 september 2013

Mintje's Story


Een paar maand geleden kwam er een team langs om wat opnamen te maken.

Dit is de eerste video.


Soms houden we van mensen door hen eten te geven,
Soms houden we van mensen door hun spullen te geven,
Soms houden we van mensen door met lege handen te komen en te zeggen:
Het enige dat ik voor je heb is de liefde van Jezus Christus...


zondag 19 mei 2013

Hoog bezoek...



Zoals beloofd in de nieuwsbrief hier het volledige verslag:

 
In April mochten we Mem, Sytske en Folkje omarmen in Wamena. Hieronder een kort verslag over hun tijd hier in Papua.



Al lang voordat mijn moeder, mijn zus Folkje en ik naar Wamena, Papua vertrekken, hebben we voorpret. Het is warempel praktisch aan de andere kant van de wereld, hoe avontuurlijk is dat!
Op de dag van vertrek zelf spelen er toch wel wat zenuwen; het is een lange reis en hoe zal het overstappen op een ander vliegtuig gaan?  In Ermelo nemen we afscheid van zwager Michiel, Remco en Erwin.  Zij laten, begrijpelijk met toch wel wat spanning over de verre reis, Folkje gaan. Daarna worden we op het vliegveld  uitgezwaaid door echtgenoot Jelle. Dochter  Irene, die graag een lift wil naar huis, doet ook even Schiphol aan. Dat is maar goed ook, want we zijn al vrij snel in paniek. Bij het inchecken bij KLM weigert de computer de koffer van onze mem, wat nu? Op de display wordt gesommeerd je te melden bij de servicebalie. Onze familie roept vanaf de zijkant: “Probeer het nog eens’’ en even later is de koffer gelabeld en op weg naar het vliegtuig. Dat we daar zelf niet opkomen geeft ons in de eerste instantie niet veel moed voor de rest van de reis….
De KLM blijkt een uitstekend gastheer; in Kuala Lumpur rollen we praktisch het vliegtuig uit. Om niet veel later weer op te stijgen en neer te dalen in Jakarta. En dan wordt het lastiger. Maar door te vragen en goed uit te kijken kunnen we mooi onze stressbestendigheid testen (gezakt) en belanden we gelukkig in het juiste toestel naar Sentani.  Door het tijdsverschil landen we twee uur eerder dan we dachten en daar staat zwager Marcel , aanmerkelijk dunner dan we ons herinneren, lachend ons op te wachten. Yes , we hebben het gered! Helaas moeten we nu nog enkele uren wachten op het volgende vliegtuig, voordat we Mintje en de kinderen kunnen omhelzen op het vliegveld van Wamena. We worden daar direct omringd door allemaal nieuwsgierige inwoners, een aantal daarvan zijn vrienden van onze familie. Dus schudden we handen en proberen ondertussen ook in ons hoofd te landen. Dat valt niet mee! Maar de zon schijnt, de tegels in het huis van de Kooijmans zijn heerlijk koel en ook de zelfgebakken kruidkoek maakt een perfecte landing. We voelen alle drie: we zijn weliswaar heel  ver van huis, maar tegelijk direct al  een beetje thuis bij onze zus en haar gezin.
De dagen daarop verkennen we op de fiets Wamena en de omgeving. Alles is anders dan we gewend zijn. Het warme weer, de geur, de drukte, het verkeer (links aanhouden!), alleen maar donkere mensen en de aandacht die we dus, ongewild, trekken met onze witte huid en lange ledematen. Best slikken hoor, als je groepjes mensen regelmatig ziet wijzen en dubbel liggen van het lachen. We zien ook het verschil in rijkdom. Mooie, vaak nog aanbouw zijnde, huizen naast eenvoudige hutten en soms zelfs niet meer dan een soort schuurtje dat als woning dient. Maar de kampongs zien er goed verzorgd uit en men maakt in het algemeen een tevreden en vriendelijke indruk. Ook wordt er hard gewerkt om de wegen en trottoirs in Wamena beter begaanbaar te maken. De meeste Papua’s gaan,net als ons, gekleed in shirt en broek, nog maar een klein aantal is schaarser gekleed. Tijden veranderen, ook in Wamena. Andere verschillen merken we ook op: in de buurtwinkel is van alles te koop (zelfs mijn geliefde shampoomerk waardoor mijn koffer aanmerkelijk lichter had kunnen zijn), maar op de markt heerst een heel andere sfeer. Daar worden de producten van het land verkocht, zit men onder hoog gespannen lakens op de grond en betekent uitverkocht dat je naar huis moet en dat moet je zo lang mogelijk uitstellen.  We krijgen een heel stel kinderen achter ons aan die, gillend van plezier, ons zo nu en dan aanraken. Zus Mintje spreekt Indonesisch waardoor we ons genoodzaakt voelen wat leuke dingen te kopen voor de Rupiahs  die, uiteraard, in onze portemonnee branden. De locale mensen doen een moedige poging om ons wat meer te vragen voor hun spullen, maar alleen al de dwingende ogen van Mintje laat hen wijzer besluiten. Wij maken er ons niet zo druk om, want wij kunnen wel wat missen, maar onze zus moet hier natuurlijk vaker de boodschappen doen.
 We zijn onder de indruk wanneer we de kliniek Kalvari bezoeken waar Marcel en Mintje  werken. We ontmoeten hun bijzonder aardige collega’s, mogen alle vertrekken bekijken en merken op dat ze het goed voor elkaar hebben. Er is o.a. een laboratorium voor het bloedonderzoek,  er is een ruim gevulde apotheek en ook bidt een dominee met ieder persoon die wacht op de uitslag van de bloedtest. Voor de kliniek zitten een tiental mensen te wachten om naar binnen geroepen te worden voor test en onderzoek. Want dat is ook de realiteit van Wamena: een waarschijnlijk schrikbarend hoog aantal mensen is besmet met HIV (vaak  in combinatie met een andere geslachtsziekte en/of tuberculose) en een groot aantal van hen ontwikkelt vroeg of laat verschijnselen van AIDS. Door op tijd medicatie te nemen en goede voorlichting te krijgen over de wijze van besmetting van mogelijke anderen, kan het ziekteproces worden afgeremd en vertraagd, maar helaas is genezing nog niet mogelijk.  Een groot aantal mensen komt in een te laat stadium van besmetting naar de kliniek en sommigen zijn dan zelfs al zo ziek dat ze in het ziekenhuis opgenomen moeten worden.  Hoeveel mensen hier uiteindelijk besmet zijn met HIV is niet duidelijk, omdat lang niet iedereen (maar wel steeds meer) zich laat testen.  Voor de locale mensen is vooral het leven van vandaag belangrijk, wat ook overleven kan zijn, en is de toekomst ver weg of niet eens voor iedereen weggelegd. Niet alleen volwassenen zijn HIV geïnfecteerd; ook (jonge) kinderen worden helaas positief getest.
We mogen ook een Indonesische kerkdienst bijwonen van de plaatselijke gereformeerde kerk. Er wordt prachtig en herkenbaar gezongen en we raken alle drie ontroerd. Liederen als “Tel uw zegeningen..” en “Als een hert dat verlangt naar water..,” komen in het Indonesisch voorbij. Omdat de teksten (warempel!) op een beamer staan kunnen we mooi meezingen. Helaas verstaan we de preek niet, maar aan de gebaren van de voorganger te zien is het belangrijk bij de les te blijven en God op de eerste plaats te zetten. Amen! Die middag volgt een Engelstalige bijeenkomst op het terrein van de MAF. Daar worden we hartelijk ontvangen door de MAF-gezinnen die al van onze komst op de hoogte waren. Naast Engels kunnen we nu ook met enkele mensen Nederlands spreken. Het zijn fijne ontmoetingen, stuk voor stuk, waarin we temeer beseffen dat Gods werk van alle plaatsen en alle tijden is.
Naast twee heerlijke lunches bij Amerikaanse vrienden, ondernemen we ook twee tochten door de jungle van Wamena. Het is hier zo prachtig groen! We genieten van het lekkere weer, een klim in de bergen, de brede rivier en al het andere moois wat de natuur te bieden heeft.  Al met al voelt God zo dichtbij in alles wat we meemaken. Bij de toch wat krakkemikkige hangbrug haakt onze mem terecht af. Ze heeft al een respectabele leeftijd, maar knoopt er graag nog wat jaren aan vast. De Kooijmannetjes dansen er echter overheen alsof het niets is; die zijn goed ingeburgerd zo te zien.
Aan alles komt een eind, dus ook aan deze mooie reis. Het valt niet mee om onze zus en haar gezin achter te moeten laten, maar we weten ons geholpen door de liefdevolle Vader die hen zal bijstaan en bewaren. Vol verse herinneringen stappen we op het vliegtuig om de terugweg te aanvaarden met ook een groot verlangen naar onze geliefden in Nederland. Wanneer we uiteindelijk weer veilig landen komt uit wat ik ooit eens las: “Je lichaam kan snel reizen, maar je ziel gaat te voet”. Bedankt lieve familie Kooijmans voor een onvergetelijke ontmoeting in jullie huis, in jullie gezin, voor het contact leggen met al die lieve mensen om jullie heen, voor jullie indrukwekkende verhalen en voor het vele plezier dat we hadden. Maar bovenal voor de grote levensles dat iedereen (waar dan ook en naar eigen vermogen) de taak heeft om liefdevol en geduldig om te zien naar zijn naaste.­­­­

Foekje Spoelstra-Raap              Folkje Spoelstra             Sytske Westra-Spoelstra

zaterdag 20 april 2013

Hoog tijd voor een blog

Durf ik het? Mijn hart te luchten op internet, zodat iedereen het kan lezen en kan denken wat hij maar wil? Na vandaag is dat geen vraag meer, het maakt me niet meer uit. Het wordt hoog tijd dat anderen weten hoe ik lijd!


Het begon al met het feit dat ik niet dezelfde dag terug kon dan gepland. Geen tickets meer te koop vanuit Sentani naar Wamena. “Ok”, dacht ik, “niet leuk, maar dit kan ik aan, ik maak er maar het beste van”. Dus gisteren mijn moeder en zussen uitgezwaaid, wat al heftiger was dan gepland en daarna terug naar het guesthouse.


Ik had de computer mee, had warempel internet en de dag vloog om, met als hoogtepunt een gezellig uitje met mijn knappe oudste zoon Leon. Ondanks de hitte van Sentani voelde ik me aan het eind van de dag voldaan en ook best een beetje trots op mezelf dat ik er het beste van had gemaakt. Maar goed, toen ik vanmorgen opstond had ik al een onderbuik gevoel en ik was al in discussie met mijn Vader. Ik wilde gehoorzaam zijn in alles en de dag aan Hem overgeven, de lange lange rij voor loket Trigana, de mensen die voordringen en het afschuwelijke feit dat de vlucht nog wel eens niet door kon gaan.

Mijn collega had me op tijd afgezet, ik kon zo doorlopen naar binnen en toen zag ik het al, chaos!!! Er zijn twee soorten chaos in Papua, een chaos die je vastberaden maakt om orde te scheppen en een chaos waarin je gelijk onderdeel van bent zodra je er in stapt. Niet moeilijk te raden met welke ik te maken had vanmorgen en te midden van dat alles ontving ik een sms-je van een lieve vriendin met de vraag of mijn vliegtuig niet gecanceld was omdat alle vliegtuigen gisteren gecanceld waren. Paniek! Paniek!

Ik hol met mijn bagage naar de MAF in de hoop dat daar nog een plekje vrij is in het vliegtuig. Toen ik mezelf zag hollen wist ik het eigenlijk al en voordat ik het wist was ik weer onderdeel van de chaos. Ik kon niet laten Marcel te bellen en mijn paniek met hem te delen. Had gehoopt dat hij de Almachtige was en alles voor mij kon regelen. Dus, daar stond ik, een miljoen mensen voor me en er leek geen beweging in. Al biddend “Heer, ik weet van ons gesprek vanmorgen, k'vind dit niet leuk, maar ik ga U vertrouwen”. Opeens vraagt een meneer naast mij of hij misschien voor mij in de rij moet staan. Ik vraag hem of hij er iets voor moet hebben. Maar hij zegt, ga maar zitten, ik sta in de rij voor je.


En daar zat ik dan, een ander stond voor mij in de rij. Was ik te naïef om deze man te geloven? Toch even voor de zekerheid Marcel gebeld. Ondertussen raakte ik in gesprek met mensen naast mij die ook naar Wamena moesten, ze kenden mensen die ik ook ken en uitgebreid spraken we over de situatie in Papua wat betreft AIDS. De tijd vloog om en plotseling zag ik mezelf zitten te midden van de chaos en ik was er geen onderdeel meer van. God had me de rust gegeven dat Hij voor mij in de rij stond.



De Heer is mijn schild, ik ben niet bang
Al zit ik op het vliegveld in Sentani
ik raak niet in paniek
al heeft iemand anders mijn ticket in de hand
ik ben niet bang

Hij maakt het voor elkaar.


Nu had ik graag willen vertellen dat ik ondertussen veilig en wel in Wamena ben geland, maar het feit is dat ik nog steeds in Sentani zit, in het guesthouse. Na 7 uur gewacht te hebben kwam er vanmiddag uit het niets een stem die ons mededeelde dat onze vlucht gecanceld is en dat we morgen moeten terug komen. Wat een lessen vandaag en toch, nu ik hier zo zit vind ik het machtig om te weten hoe mijn Maker mij kent. Ik heb genoten vandaag van de ontmoetingen op het vliegtuig, schaamde me voor mijn paniek, maar ik weet dat de rust die ik kreeg te midden van de chaos meer was dan dat ik vanmorgen om vroeg. Toch hoop ik morgen thuis te zijn......

(van de redactie: Mintje is gisteren weer in Wamena aangekomen :) )

vrijdag 25 januari 2013

Gelukkig het internet doet het weer een stuk beter! De afgelopen weken kregen we een aantal pakketten opgestuurd met alvast kerstversiering en chocoladeletters voor 2013 :) Super bedankt! Jullie hebben geen idee hoe leuk het is om post te krijgen.

De afgelopen week kregen we onverwacht bezoek van twee gasten: Jonathan Wilson en Klaas de Graaf.
Jonathan is opgegroeid in Papua en wilde graag terug naar zijn dorp. Hij belandde bij ons in huis en we hebben veel van hem geleerd! 

Klaas is in Papua om z'n broer en zijn gezin te bezoeken....Maar die is nog in Nederland: Foutje bedankt! Na een bezoek aan Fred en Swanny vond hij het ook leuk om naar Wamena te komen. En wij ook! Heel gezellig.
Lekker in je eigen taal kletsen en ook hier weer veel te leren! Al haken de meiden zo nu en dan af als het over computers gaat :) Klaas is bezig Tariku (lokaal vlieg programma) te helpen met een IT probleem rond vlucht software. 
Na een trip naar Karubaka die Klaas maakte met een van onze lokale vrienden proberen we zoveel mogelijk van ons leven hier te laten zien. Morgen gaan we op zoek naar een grot... Benieuwd!

Klaas en Jonathan bij Tariku/Lentara
In de becak en op de fiets

Op stap in wamena